donderdag 26 december 2013

About Art 3.0

*Dit artikeltje is een dag eerder gepost omdat ik de volgende dag hier geen tijd voor kon vinden*
Aaahh.
Ik kan het gewoon niet laten.
Ik heb nu 2 artikeltjes geschreven over 'Art'.
Mijn visie daarop etc. etc.
Het eerste ging over schilderijen, nadat ik dit had geschreven en gepubliceerd kwam ik opeens ontzettend veel nieuwe schilderijen tegen jammer genoeg kon ik deze niet meer in mijn artikeltje verwerken maar ja.
Het tweede ging over fotografie, ik heb zelf een artikeltje geschreven over een aantal intrigerende foto's en ik heb Fleur, een meisje wat vaker voor mijn blog fotografeert, ook een artikeltje laten schrijven en dit ging over haar hobby fotograferen dan etc.

En nu gaan we het over mijn grote liefde en passie hebben.
Gedichten, verhalen, woorden, zinnen, lettertjes! 
Over het algemeen ben ik vooral fan van Engelse poëzie maar Nederlands lees ik ook heel erg graag.
Let's start!

Laat ik jullie niet meteen vol gooien met mijn onbeschrijfelijke liefde voor dit alles, maar gewoon wat gedichten en citaten hier neertypen met wat commentaar of uitleg van mij erbij wat het voor mij is en waarom ik het zo mooi vind.
Laten we beginnen met een klassieker van onze oude vriend William Shakespeare.

                                                                         Sonet 130

My Mistres eyes ar nothing like the Sunne,
Corrall is farre more red, than her lips red,
If snow be white, why then her brests are dun:
If haire be wiers, black wiers grown on her head:
I have seene Roses damaskt, red and white,
But no such Roses see I in her cheekes,
And in some perfumes is there more delight,
Than in the breath that from my Mistres reekes.
I love to heare her speake, yet well I know.
That Musicke hath a farre more pleasing sound:
I graunt I never saw a goddesse goe,
My Mistres when shee walkes treads on the ground.
And yet by heaven I thinke my love is rare,
As any she beli'd with false compare.

Ik vind de vergelijkingen die hierin gemaakt worden ongelofelijk mooi.
Hoe hij Rozen met haar wangen vergelijkt was toch wel mijn favoriet.
Ook vind ik het erg leuk dat het allemaal nog in oud Engels is, wat heel erg logisch is gezien William Shakespeare leefde van 1564 tot 1616.

Dan nu de volgende William, William Wordsworth (1770-1850)
Een gedicht waar mama verliefd op werd nog voor ik het deed.

I wandered lonely as a cloud

I wandered lonely as a cloud
That floats on high o'er vales and hills,
When all at once I saw a crowd,
A host, of golden daffodils;
Beside the lake, beneath the trees,
Fluttering and dancing in the breeze.
Continuous as the stars that shine
And twinkle on the milky way,
They stretched in never-ending line
Along the margin of a bay:
Ten thousand saw I at a glance,
Tossing their heads in sprightly dance.
The waves beside them danced; but they
Out-did the sparkling waves in glee:
A poet could not but be gay,
In such a jocund company:
I gazed - and gazed - but little thought
What wealth the show to me had brought:
For oft, when on my couch I lie
In vacant or in pensive mood,
They flash upon that inward eye
Which is the bliss of solitude;
And then my heart with pleasure fills,
And dances with the daffodils.
Ik vind het zo bijzonder omdat het eigenlijk een heel simpel gedichtje is.
Niet te moeilijk en leest zich gemakkelijk.
Het is gemakkelijk te begrijpen, maar het is toch geen kinderspel, iets aan het gedicht grijpt me toch, de manier van het omschrijven van de ervaring toen hij een hele groep narcissen zag.
Mijn mening is dan ook dat ik het geweldig vind dat er zo duidelijk uit te halen is dat het een eigen ervaring is.
Heerlijk.

De gedichtjes die ik in dit artikeltje ga bespreken zijn de gedichtjes die mij heel erg opvielen toen ik door mijn gedichtenbundel bladeren die ik uit Engeland gekregen heb.
'Poems to learn by heart' van Ana Sampson.
De volgende dichter kende ik ook nog niet maar hij beviel me heel erg goed.
Arthur O'Shaughnessy (1844-1881). 
We are the music-makers

We are the music-makers, 
And we are the dreamers of dreams, 
Wandering by lone sea-breakers, 
And sitting by desolate streams. 
World-losers and world-forsakers, 
Upon whom the pale moon gleams; 
Yet we are the movers and shakers, 
Of the world forever, it seems. 


With wonderful deathless ditties 
We build up the world's great cities, 
And out of a fabulous story 
We fashion an empire's glory: 
One man with a dream, at pleasure, 
Shall go forth and conquer a crown; 
And three with a new song's measure 
Can trample an empire down. 



We, in the ages lying 
In the buried past of the earth, 
Built Nineveh with our sighing, 
And Babel itself with our mirth; 
And o'erthrew them with prophesying 
To the old of the new world's worth; 
For each age is a dream that is dying, 
Or one that is coming to birth. 

Het gene wat me het meeste intrigeerde van dit gedicht zijn de volgende regels;
"And we are the dreamers of dreams"
"For each age is a dream that is dying,Or one that is coming to birth."
Hierdoor ben ik het gedicht lief gaan hebben en ben ik het vaker gaan lezen waardoor ik steeds meer schoonheden er in ontdekt heb.

Ik zal jullie verder niet meer vervelen met mijn liefde voor poëzie.
Ik vond het leuk om wat van mijn passie aan jullie te laten zien.
Hopelijk vonden jullie het ook een beetje leuk.
Nog maar 4 dagen duurt mijn challenge..

Heel veel liefs,

Geen opmerkingen: